Begrippenlijst

AJAX progress indicator
  • Proces waarbij geluidenergie wordt omgezet in een andere energievorm (zoals warmte door wrijving)
  • Geeft aan hoeveel geluid er terugkomt van een oppervlak ten opzichte van het invallende geluid (Alpha W / aw)
  • Classificatie van de mate waarin een materiaal absorbeert. Klasse A t/m E waarbij A het beste is (ISO 11654)
  • Geluid dat niet klinkt als een natuurlijke of herkenbare bron, vaak elektronisch geproduceerd
  • Het geluid dat aanwezig is in een ruimte, maar geen onderdeel uitmaakt van het onderwerp waar men op focust
  • De mate waarin de energie van een geluid vermindert over afstand.
  • De leer van geluid, of de eigenschappen van een ruimte met betrekking tot geluid.
  • De maximale uitslag of verplaatsing van een geluidsgolf, gerelateerd aan de luidheid van het geluid (Eenheid: G)
  • Een gelijke weergave van de werkelijkheid, een analoog signaal kan elke waarde aannemen. Tegenhanger is digitaal.
  • Het opheffen van geluidsgolven door een identiek geluid in tegenovergestelde fase af te spelen (noise cancelation)
  • Spraak: nauwkeurige manier van spreken, zeer duidelijk. Muziek: De manier waarop een muzikant de noten uit een muziekstuk intrepreteert en uitvoert.
  • Het bereik van frequenties dat het menselijk gehoor kan waarnemen. Wordt meestal begrenst tussen de 20 en 20.000 Hz
  • Een speciaal ontworpen ruimte voor het uitvoeren of luisteren naar muziek, toespraken, of andere geluidsevenementen
  • Een staande golf tussen twee oppervlakten. Wanneer de lengte van de geluidgolf exact tussen twee muren past en daarmee 'stil komt te staan' in de ruimte, hierdoor tellen buiken in de golf verder op en doven knopen verder uit. Zie staande golf, resonantie
  • Het frequentiebereik tussen twee gedefinieerde grenzen. Bijvoorbeeld een octaafband of een tertsband.
  • Lage frequenties in het geluidspectrum, wordt geaccocieerd met (sub)woofers
  • De verhouding van de lage frequenties tot de middenfrequenties. BR = (T60,125 + T60,250) / (T60,500 + T60,1k)
  • Een opnametechniek die het menselijk gehoor nabootst wanneer men de opname terugluistert over hoofdtelefoon
  • Een grote bandbreedte (onder- en bovengrens liggen ver uit elkaar)
  • Plaatsen in een geluidsgolf waar de amplitude maximaal is
  • Officieel het Lombardeffect, waarbij mensen elkaar in grote groepen steeds harder gaan praten om boven het achtergrondgeluid uit te komen.
  • Geluid dat zich via een materiaal voortbeweegt, zoals de constructie van een gebouw. Tegenhanger van luchtgeluid. Laat zich onderbreken met trillingsdempers.
  • Een logaritmische schaal die onder andere gebruikt wordt om de energetische intensiteit van geluid uit te drukken. Voor elke vertienvoudiging van de energie stijgt de schaal met 10 punten. Voorbeeld: 10*20 dB = 30 dB. Lees ons blog over de decibel hier.
  • De mate van helderheid en detail in een geluidsopname of weergave. Wordt vaak weergegeven door de D50
  • Geeft de helderheid van spraak aan, vergelijkbaar met de C50, zie spraakverstaanbaarheid.
  • Een vertraging van het geluidsignaal. Als een delay herhaalt (feedback) krijg je een echo.
  • Het wegnemen van energie
  • Een oppervlak dat trilt doordat het in beweging wordt gezet, zoals microfoons en luidsprekers. Maar heeft ook betrekking op wanden en vloeren die in reactie van geluid in beweging worden gebracht.
  • Het afbuigen van een geluidgolf door een obstakel in het geluidsveld. De hoek van de afbuiging is een functie van de golflengte relatief tot de grootte van het obstakel. In andere woorden, obstakels hebben minder snel effect op lage frequenties (met lange golflengte) dan hoge frequenties (met(...)
  • Geluidsignaal waarbij de golf wordt uitgedrukt in bits, de samplerate en samplefrequentie bepalen de definitie en daarme de kwaliteit van het geluidsignaal. Bij hoge definitie (Hifi) zijn er veel samplepunten gebruikt om de geluidvorm te 'tekenen'.